Publieke Consultatie

Publieke consultatie 

Uitwerking COP26-verklaring fossiele energiesector  

Publicatiedatum: 15-08-2022
Einddatum consultatie: 09-09-2022
Status: gesloten

Achtergrond

Tijdens de COP26-conferentie in Glasgow heeft Nederland de verklaring ondertekend voor het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energietransitie (‘de COP26-verklaring’). Conform de verklaring1 zal met ingang van 1 januari 2023 nieuwe publieke steun via de exportkredietverzekering (ekv) voor de fossiele energiesector in het buitenland worden beëindigd. Sinds de ondertekening van de COP26-verklaring is door de betrokken ministeries en in samenspraak met vertegenwoordigers van bedrijven en ngo’s overlegd over een zorgvuldige implementatie van de verklaring. Op 7 juli jongstleden is een brief naar de Tweede Kamer verstuurd met daarin de laatste stand van zaken omtrent de uitwerking van de COP26-verklaring. Hierin werd onder andere ingegaan op de verschillende moties die door de Tweede Kamer zijn aangenomen (o.a. motie Heinen), en de inzet van het kabinet voor een zo gelijk mogelijk internationaal speelveld. De uitwerking van de COP26-verklaring is onderwerp van deze publieke consultatie waarbij een bredere groep van stakeholders de kans geboden wordt om input te leveren.

Op basis van klimaatrapporten van IPCC, IEA, IRENA en UNEP2 en gesprekken met stakeholders en in afstemming met andere landen die de COP26-verklaring hebben ondertekend, zal nieuw beleid ten aanzien van de exportkredietverzekering uitgewerkt worden. In de volgende paragrafen worden de dilemma’s uiteengezet. Bij de verschillende dilemma's zijn vragen geformuleerd waarop we input van 70 respondenten hebben ontvangen. Hieronder vindt u alle uitkomsten en een samenvatting daarvan.

Beëindiging ekv steun fossiele energiesector

A. Reikwijdte

Conform de verklaring zal met ingang van 1 januari 2023 nieuwe publieke steun via de exportkredietverzekering voor de fossiele energiesector in het buitenland worden beëindigd. In de internationale context lijkt sprake te zijn van convergentie op het gebied van de reikwijdte. Dit betreft activiteiten gericht op exploratie en winning, verwerking, op- en overslag en transport van fossiele brandstoffen en unabated elektriciteitsopwekking middels fossiele brandstoffen3. De Nederlandse uitwerking heeft alleen betrekking op olie en gas. Nederland heeft kolen voor de gehele keten al eerder uitgesloten van ekv steun. Ook onconventionele winning (schalie) van olie en gas zijn reeds uitgesloten van de ekv. De verkoop en gebruik van fossiele brandstoffen in gebouwde omgeving, voor transport (voer- en vaartuigen), landbouw en industrie (inclusief staal en plastics) vallen buiten de definitie van de fossiele energiesector. Ekv-steun in deze sectoren, die ook transities doormaken, blijft daarmee bestaan. Concreet betekent dit dus dat ekv-steun aan bijvoorbeeld vrachtwagens op diesel en de petrochemische industrie mogelijk blijft. Verder blijft het mogelijk om olie en gas elektriciteitscentrales uitgerust met Carbon Capture and Storage (CCS) en Utilisation (CCU) door de ekv te dekken, omdat deze als abated (gemitigeerd) kunnen worden beschouwd. Daarmee vallen deze niet onder de reikwijdte van de COP26-verklaring.

Discussievragen:

  • Kunt u zich vinden in de voorgestelde reikwijdte van de COP26 verklaring? Zo nee, kunt u aangeven op welke elementen van de fossiele waardeketen dit het geval is en wat zou uw suggestie zijn?
  • Welke impact heeft het beëindigen van ekv-steun voor de fossiele energiesector conform de bovenstaande reikwijdte op uw bedrijf en de achterliggende waardeketen en hoe kan deze impact gemitigeerd worden? Kunt u hierbij ook verschil aanbrengen tussen impact op de korte en lange termijn?
  • Hoe beoordeelt u de impact van deze reikwijdte op de klimaatdoelstellingen?

B. Uitzonderingen

Voor de activiteiten die onder de reikwijdte van de verklaring vallen, geldt dat er uitzonderingen mogelijk zijn die, conform COP26-verklaring, in lijn zijn met maximaal 1,5°C opwarming en de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs. Voor investeringen in nieuwe olie- en gasvelden en fossiele infrastructuur is op basis van de bevindingen van het Internationaal Energieagentschap (IEA) en het Intergovernmental Panel on Climate Change van de Verenigde Naties (IPCC) geen ruimte onder het 1,5°C scenario. In het IEA net zero scenario (1,5°C scenario) wordt er de komende jaren echter wel geïnvesteerd in de productie van bestaande velden en fossiele infrastructuur. Een uitzondering zou bijvoorbeeld gemaakt kunnen worden investeringen in de bestaande velden en fossiele infrastructuur, mits er sprake is van verbetering van de milieuprestatie en/of veiligheid en/of gezondheid, en de economische levensduur van de infrastructuur niet wordt verlengd.

Discussievragen:

  • Welke uitzonderingen in de fossiele energiesector passen volgens u onder het 1,5 °C scenario?
  • Welke impact hebben de door u voorgestelde uitzonderingen op uw organisatie?
  • In hoeverre zal uw bedrijf activiteiten ontplooien binnen de door u voorgestelde uitzonderingen?
  • Is uw bedrijf in staat om aan te tonen of een project binnen de 1,5 °C doelstelling past?
  • Op welke wijze zijn eventuele uitzonderingen volgens u van invloed op de klimaatdoelstellingen?
  • In welke mate bent u van mening dat de oorlog in Oekraïne en de afbouw van afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen van invloed dienen te zijn op het nieuwe ekv-beleid om investeringen in fossiele brandstofprojecten in het buitenland af te bouwen?

C. Vergroening ekv-instrumentarium

De afgelopen jaren is reeds ingezet op de vergroening van de ekv. Sinds 2019 is reeds een groot aantal nieuwe groene producten, zoals de groendekking en binnenlandse dekking voor groene transacties, geïmplementeerd. Daarbij zijn ook de voorwaarden voor groene ekv-transacties aangepast, waar het mogelijk is om een premiekorting en hogere dekkingspercentages te hanteren voor groene transacties. Daarnaast zet Nederland zich binnen de EU en OESO in voor het verruimen van de internationale regelgeving (de OESO Arrangement). Om de vergroening verder te stimuleren kan de ekv mogelijk nog beter worden ingezet.

Discussievragen:

  • Op welke wijze kan de ekv bijdragen aan de groene energietransitie?
  • Zijn er specifiek ekv-gerelateerde maatregelen die uw bedrijf zou willen inzetten voor uw bedrijfsproces of producten?

D. Transitieperiode

Het voorgenomen beleid heeft geen invloed op lopende polissen. Voor nieuwe transacties geldt dat Atradius DSB per 1 januari 2023 geen aanvragen meer in behandeling zal nemen die onder de uitwerking van de COP26- verklaring vallen (tenzij er sprake is van nader te specifiëren uitzonderingen als bedoeld onder B). Voor aanvragen die vóór 1 januari 2023 zijn ingediend moet worden bepaald wat de voorwaarden zijn waaronder deze nog tot een daadwerkelijke polis kunnen leiden. Overwogen wordt om daarvoor een deadline te stellen, bijvoorbeeld uiterlijk eind 2023. Dat betekent dat uiterlijk op 31 december 2023 de transacties waar het om gaat effectief moeten zijn en dat alle voorwaarden voor afgifte van een polis moeten zijn vervuld.

Discussievraag:

Kunt u zich vinden in bovenstaande aanpak voor een transitieperiode? Zo nee, waarom niet en wat zou uw suggestie zijn?

Vragenlijst

U vindt hieronder de link naar de vragenlijst met vragen over de verschillende onderwerpen. In het kader van transparatie zullen de resultaten publiek bekend worden gemaakt, inclusief de naam en bedrijfsnaam van de respondenten. Als u daar bezwaar tegen heeft dan kunt u dat aangeven.

 

Met name de rapporten van IPCC, IEA, IRENA en UNEP boden aanknopingspunten. Zo laat IPCC zien dat het 1,5 graden doel vraagt om een transitie naar net-zero CO2 uitstoot wereldwijd in 2050. IEA en IRENA publiceerde in 2021 gezaghebbende transitiepaden naar net-zero en UNEP publiceerde een analyse dat de huidige productieplannen voor steenkolen, olie en gas al twee keer te groot zijn om te passen binnen deze transitiepaden.

Zie ook de reikwijdtedefinitie in de ECOFIN Council conclusions on export credits: ‘projects of exploration, production, transportation, storage, refining, distribution of coal, crude oil, natural gas, and unabated power generation’. The Council adopted conclusions on export credits - Consilium (europa.eu).