Afgelopen zomer is een onafhankelijk rapport gepubliceerd door het Export Finance Lab, een groep experts van verschillende Europese ECA’s, over de toekomst van publieke exportfinanciering in de EU.
In dit rapport worden de EU en de EU-lidstaten opgeroepen om te zorgen voor een onmiddellijke en krachtige Europese reactie op de snelle veranderingen in de wereldeconomie en spanningen in het multilaterale kader. Als er geen actie wordt ondernomen, kan dat de publieke exportfinanciering en de concurrentiepositie van Europese exporteurs in gevaar brengen.
De huidige afspraken die gelden voor exportfinanciering worden gereguleerd via de WTO, de OESO en de EU. Deze zijn echter niet langer voldoende om het mondiale gelijke speelveld in tijden van fundamentele veranderingen in stand te houden.
De belangrijkste conclusies:
- De huidige OESO-regels van officieel gesteunde exportfinanciering houden onvoldoende rekening met de invloed van globalisering op de wereldwijde handel.
- Export Credit Agencies (ECA's) zoals Atradius Dutch State Business zijn niet de enige aanbieders van officiële steun bij de financiering van de handel, investeringen en internationale projecten. Verschillende financiële instellingen en ontwikkelingsbanken zijn in toenemende mate betrokken bij dezelfde soorten projecten, waardoor onbedoeld concurrentie ontstaat en het ‘level playing field’ wordt aangetast.
- Niet-OESO-landen zoals Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika zijn belangrijke leveranciers van exportfinanciering geworden. Inmiddels is China veruit de meest dominante speler ter wereld. Deze landen zijn niet gebonden aan de OESO-regels voor publieke exportfinanciering.
- De vergroening van de wereldeconomie vraagt om massale investeringen, waarbij sprake zal zijn van handel en de uitvoer van groene technologieën waarin het huidige systeem niet voorziet.
ECA's en publieke exportfinanciering zorgen ervoor dat export blijft bestaan, met name in tijden van crisis, wanneer de particuliere markt meer risicomijdend is of zich terugtrekt. Dit was het geval tijdens de financiële crisis van 2008/2009, maar op dit moment ook tijdens de wereldwijde coronaviruspandemie waarbij de EU, de lidstaten en hun ECA's snel hebben gereageerd met extra tijdelijke financiële maatregelen. Zo konden de leemten van de particuliere financiële markt worden opgevuld om de economie en de handel in stand te houden.
Terug naar "normaal" en het vinden van een nieuw wereldwijd evenwicht van het gebruik van publieke financiering ter ondersteuning van de handel en de export, is net zo belangrijk voor Europese bedrijven als de snelheid van gecoördineerde actie om extra steun mogelijk te maken. Terugkeren naar normaal is echter moeilijk wanneer het kader niet langer toereikend is.
Het werk van het ExFi Lab begon lang voordat het coronavirus uitbrak, maar de urgentie van de aanbevelingen is inmiddels toegenomen vanwege de huidige crisis. Om wereldwijd de ‘race to the bottom’ te voorkomen en om het toekomstige concurrentievermogen van de EU-exporteurs te waarborgen, presenteert ExFi Lab de volgende aanbevelingen:
- Het ontwerpen van een alomvattende EU-strategie voor publieke financieringen voor export, handel en investeringen.
- Het voortouw nemen in en in gesprek gaan met de belangrijkste aanbieders van publieke financieringsvormen over wereldwijde regelgeving voor publieke exportfinanciering
- Het ontwikkelen van een strategie voor de inzet van publieke exportfinanciering bij het mobiliseren van privaat kapitaal voor de groene transitie.
- Dit betekent dat Nederland de komende tijd met de andere EU-lidstaten en de Europese Commissie aan de slag zal gaan met deze aanbevelingen. Want uiteindelijk is handelsfinanciering de levensader van de internationale handel en zorgen instrumenten zoals de ekv tenslotte voor de flexibiliteit die nodig is om veilig te exporteren.
Medio april zal ExFi Lab het rapport internationaal lanceren. Wij houden u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen.