SIF zorgt voor de fundering in de energietransitie

Atradius nieuws

De kranten staan vol met discussies over de energietransitie en er is een stoelendans gaande in Den Haag en Europa rondom de klimaatportefeuille.

Maar over één ding zijn de meeste mensen het wel eens. Er moeten flinke stappen worden gezet in de energietransitie. En sommige ondernemingen zetten flinke stappen. In deze editie hebben wij extra aandacht voor de Nederlandse offshore windsector, waar Nederland een belangrijke toeleverancier is in een groot deel in de keten. Het gaat hierbij om IQIP en SIF. Atradius ondersteunt deze indirecte export met de groendekking, de investeringspolis die speciaal is ontwikkeld om de Nederlandse export te steunen in de energietransitie en hun wereldwijde positie te versterken. Hieronder leest u meer over de transactie van SIF. 

SIF is producent van onder meer monopile fundatie-oplossingen voor de offshore windindustrie. Deze worden gebruikt als funderingen voor windturbines. Het bedrijf is opgericht in 1948 en heeft rond de 600 medewerkers, waarvan ongeveer de helft in vaste dienst.

Monopile van SIF

Fons van Lith, verantwoordelijk voor Investor Relations and Corporate Affairs legt uit: “Alles wat op zee gebeurt op het gebied van offshore wind, heeft een fundering nodig. SIF maakt de zogenaamde monopile funderingen die veruit het meest (circa 80% van alle funderingen) worden gebruikt. Ook al zijn windturbines allemaal standaard, iedere fundering moet uniek worden ontwikkeld. Hierbij houden we rekening met de bodemgesteldheid, het soort golfslag, maar ook de specifieke plek van een turbine in een windpark. Afhankelijk van deze eigenschappen wordt een funderingsoplossing samengesteld, waarbij de funderingen kunnen variëren van lengte, de diameter, en de dikte van het staal.”

SIF heeft twee vestigingen, één in Roermond en één op de Maasvlakte in Rotterdam. In Roermond worden geen volledige funderingen meer geproduceerd, maar worden voornamelijk rompen, conussen en zogenaamde transition pieces gefabriceerd. Vervolgens worden de losse delen vervoerd naar Rotterdam om daar de monopiles af te bouwen. Daarnaast produceert de onderneming niet alleen, maar zorgen ze ook voor de design engineering van de funderingen, en waar nodig voor logistieke diensten. Inmiddels wordt er hard gewerkt aan een nieuwe fabriek op de Maasvlakte. Dit wordt ’s werelds grootste productielocatie voor monopiles. In 2024 zal er worden proefgedraaid en vanaf januari 2025 moet de fabriek volledig operationeel zijn.

Van Lith: “De markt voor de offshore wind ontwikkelt heel erg snel. In 2000 was de capaciteit van een turbine rond de 3MW, maar tegenwoordig is dat al snel 10-12MW. De turbines moeten steeds meer capaciteit leveren en worden dus steeds groter. Dat betekent dat de funderingen ook mee moeten groeien. Waar de diameter op dit moment vaak 8-9 meter is, kan de nieuwe fabriek straks produceren tot een diameter van 11 meter. Deze nieuwe fabriek zal de totale capaciteit van SIF ongeveer verdubbelen. Het aantal monopiles dat we zullen produceren blijft ongeveer gelijk, maar deze worden dus ongeveer twee keer zo zwaar en dat is ook wel nodig voor enorm grote windturbines die nu worden ontwikkeld.”

Voor de uitbreiding met de nieuwe fabriek is een solide financieringsplan vastgelegd. De investering van € 328 miljoen bestaat voor ongeveer een derde deel uit vooruitbetalingen van klanten die belang hebben bij het opstarten van de nieuwe fabriek. Naast aandelen die worden uitgegeven waarbij ook een van de klanten fors mee investeert, en maakt de onderneming gebruik van € 40 miljoen aan operational lease en is er een investeringslening beschikbaar van 81 miljoen. Rabobank heeft de rol van agent op zich genomen, maar de lening wordt verstrekt in samenwerking met andere banken en Invest-NL. Atradius Dutch State Business verzekert deze investeringslening onder de groendekking. Dat betekent dat het risico voor de financiers aanzienlijk afneemt. Hierdoor is ook de financiering aantrekkelijker.

SIF kan gebruik maken van de groendekking, omdat de afnemers van de monopiles vaak internationale spelers zijn die een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie. Van Lith: “Tot recent waren vooral de contractors zoals van Oord of Boskalis onze belangrijkste afnemers. Tegenwoordig zien we dat de eindgebruikers zoals Eneco, Shell of Vattenfal zelf ontwikkelen, en daardoor direct bij ons komen. Er zijn maar weinig bedrijven gespecialiseerd in de productie van monopiles, maar de focus van SIF ligt op windparken in Europa en de oostkust van de VS. Anders is het vervoer van de enorme monopiles te kostbaar. We werken wel met een licentie-overeenkomst waarbij bijvoorbeeld een Koreaanse producent gebruik maakt van onze expertise.”

SIF omslag en windturbine

Investeringen zijn vanwege hoge rentestanden en materiaalkosten relatief duur en moeten in korte tijd worden terugverdiend.  Nu biedt de groendekking wel enig voordeel om een lagere rente te krijgen, omdat er zekerheid is voor de financiers. Van Lith vult aan: “Doordat de ontwikkelingen zo snel gaan in de offshore wind zijn er voornamelijk uitdagingen in de supply chain. Want ook al kunnen wij bij SIF grotere monopiles fabriceren, andere bedrijven moeten ze ook kunnen vervoeren en plaatsen. Het is dus wel van belang dat er rekening wordt gehouden met andere werkzaamheden. Zo gaan de ontwikkelingen soms zo snel dat we de terugverdientijd van de investering eigenlijk terug moeten brengen naar drie tot vier jaar.”

Ondanks de uitdagingen ziet SIF de toekomst rooskleurig. Het orderboek voor het komende jaar zit al vol en 2025 zit zo goed als vol. Ook voor 2026 zijn er al redelijk wat orders geboekt en er zijn veel aanvragen voor de periode daarna.